Zondagavond 15 september
Elk bezoek aan de edelherten tijdens de bronsttijd heeft iets speciaals. Niet ver van de Daatjeshoeve hoorden we al van diverse kanten het burlen. Het geluid kwam luid binnen in de oren van achttien bezoekers die meeliepen. De enthousiaste en nieuwgierige bezoekers kwamen uit Belgisch en Nederlands Limburg. Bij de Brensbrug stond een van de burlaars als aan de grond genageld naar ons te kijken. Het hert, gekenmerkt door zijn omhoog gerichte kroon, stond blijkbaar zo vast aan de grond genageld dat hij nog steeds op dezelfde plaats stond en in dezelfde houding toen wij later en in de schemer op de terugweg waren.
Een buizerd en een havik lieten zich ook zien en uilengeluiden
vielen het geburl aan.
Een andere hert liep op het moment dat wij de poort
binnenliepen op een paar meter afstand van ons richting toren. Het leek wel of
hij ons begeleidde. Het dier was nog nat van het zoelen. We hadden op de toren
geluk. Het was er zeer rustig, alleen op de bovenste ring stonden enkele andere
bezoekers. Het laatst genoemde hert liep, soms burlend, door naar een rivaal, die
op zijn buurt voor de zekerheid de afstand burlend constant hield. Het leidhert
stond er met zijn hindes en jongen en een ander hert liep ook al burlend in de
buurt. Verderop waren spitsers onderling actief.
Toen wij de toren verlieten kregen de herten spontaan
applaus van tientallen zilverreigers die massaal uit het water opstegen.
Ron