Met een heerlijk avondzon, 22 graden, vertrokken we met 26 personen van
de Daatjeshoeve het Weerterbos in. Gezellig pratend en het verhaal van het
Weerterbos met zijn rabatten en vlinder orridors en het werk van Het Limburgs Landschap
kwamen we bij het wildrasters. We liepen het gebied van de Edelherten in,
waarbij de eerste vragen kwamen over de leefwijze en het aantal Edelherten. Bij
de Brensbrug stonden 3 jonge herten ons op te wachten zij bleven ons
nieuwsgierig bekijken, maar bleven verder rustig door grazen [foto's Leo Spaan].
Het was vrij stil in het bos, geen geburl te horen
Het was vrij stil in het bos, geen geburl te horen
Bij de Wildtoren, rechts van het pas lagen bij de grote waterplas 12 dieren,
inclusief het plaatshert. Aan de overkant lag het oude hert. Een fotograaf, die
er dagelijks aanwezig is, vertelde dat de groep gesplitst was. Plots kwam er
beweging, uit de bosjes kwam een hinde, het plaatshert probeerde het bij de
groep te krijgen maar dat lukte niet. Ook het oude hert probeerde om bij de
groep te komen. Het plaatshert moest kiezen: een hinde terug naar de groep met als
gevolg dat het andere hert de groep met hindes kon benaderen…., de keuze was
snel gemaakt. Terug naar de groep, het oude hert verdween uiteindelijk weer in
het bos.
Van de andere kant, luid burlende een ander hert. Hij kwam de
weggelopen hinde ophalen. Van drie kanten klonk geburl en met dat oergeluid op
de achtergrond kreeg het plaatshert toch weer de gelegenheid om een hinde te
dekken. Wat natuurlijk door het publiek zeer gewaardeerd werd.
Na de daad werd het weer rustig in de groep, maar het geburl in de bosrand bleef de hele avond doorgaan.
Na de daad werd het weer rustig in de groep, maar het geburl in de bosrand bleef de hele avond doorgaan.
Rond 19.30 uur zijn we teruggelopen, bij de Brensbrug stond nu een
ander hert, maar het werd te donker om lang te blijven staan en omstreeks 20
uur waren we weer bij de Daatjeshoeve. Na zo’n avond gaat een kopje koffie er
natuurlijk wel in.
De mensen vonden het een zeer geslaagde avond, met dank aan Het
Limburgs Landschap.
Peter van den Brand